de Volkskrant: Selectie elf voorstellingen voor Theaterfestival 2016 bekend

De elf geselecteerde voorstellingen voor het Theaterfestival 2016 zijn bekend. Juryvoorzitter Mingelen: ‘Alsof ik in een snoepwinkel stond.’

Rein Swart: Woyzeck in de Toneelschuur in Haarlem

“De jonge regisseuse Liliane Brakema heft fantastisch werk afgeleverd”

Vitaal pleidooi voor meer sociale cohesie in een tijd van hyperindividualisme

De negentiende jongerenvoorstelling in de Toneelschuur neemt de roman Woyzeck van George Büchner uit 1837 als uitgangspunt voor een stuk over de aard van de mens, die volgens Büchner niet bepaald een aangenaam wezen is, maar geleid wordt door zelfzuchtige doelen en lak heeft aan de medemens. Twee eeuwen later is er nog weinig veranderd. De noodzaak daarover na te denken is nog steeds urgent, zoals PSV supporters afgelopen dinsdag in Madrid lieten zien. De dertien jongeren uit Haarlem en omgeving die Starring #19: Woyzeck spelen, vertolken de boodschap voor meer sociale cohesie in een tijd van hyperindividualisme met veel vitale energie van een Brechtiaans karakter en zonder moralisme.

Het decor waarin de stellage-achtige vormen, overheersen doet denken aan een opbouw van een circusachtige toestand. De personen die al voor de voorstelling aan de rand van de speelvloer hebben plaatsgenomen, stellen zich voor, nadat een van hen de taak op zich heeft genomen om het motto van het stuk naar voren te brengen: wat is de mens meer dan stof, zand, drek? Hij wil zich daaraan ontworstelen en stelt zich ten doel om soldaat te worden. Vervolgens voegen de anderen daar, naast hun voornaam, hun eigen levensideaal aan toe.

In het vervolg zien we iedereen tegelijk bezig met de eigen beroepsuitoefening. De grimeuse schminkt, de presentatoren annex goochelaars oefenen trucs, de danseres doet haar pasjes, de twee soldaten heffen gewichten en drinken zich lam, de sociologe gaat geheel op in haar onderzoek, de hysterisch lachende garnizoenskapitein wast zijn handen in onschuld, de dokter aast naar eer. Door de grote concentratie waarmee ze dat doen, ontstaat steeds meer spanning. De herhaalde bewegingen, zoals van de kapitein die de hoofden van de twee soldaten pompend op en neer beweegt, de beklemmende muziekklanken en de mooie belichting dragen hier sterk aan bij.

Kern van deze Woyzeck – vertaald door Janine Brogt – is de relatie tussen de wispelturige Marie en de plichtsgetrouwe, overijverige Woyzeck. Ze hebben een baby die een ongelukje was, maar die Marie een welkom doel in het leven geeft, net als Woyzeck. Deze doet zich best om het gezin in leven te houden door laag betaald werk te verrichten voor de kapitein en daarnaast verhuurt hij zichzelf voor geld aan een medisch wetenschapper, die een rantsoen van erwten op hem uittest. Marie zit thuis, weet niet goed wat ze moet, speldt zich heel symbolisch steeds meer rode ballonnen op de borst en verliest zich aan een mooie soldaat die hoger in rang is.

Het lijkt niet toevallig dat Woyzeck wordt gespeeld door Mohammed el Masbahi, die graag verder wil in het theater. Hij is zeer geschikt om het grote verantwoordelijkheidsgevoel van de hoofdpersoon en diens emotioneel onvermogen voor zijn rekening te nemen. Eerst al uit zich dat in een paniekervaring, die Woyzeck deelt met zijn neurotisch handelende maat Andres (Louky van Eijkelenburg). Steeds meer komt hij door deze karaktereigenschappen met zichzelf in aanvaring en wordt Marie (Emma Blad) daarvan tenslotte de dupe. De vraag wat de mens is, wordt door hem in zijn gewetensnood op indringende wijze verwoord.

Dat geldt ook voor een van de presentatoren (Vera van Kessel), die tegen het einde van de voorstelling, met de zaallichten aan, een bewogen pleitrede houdt voor meer sociale betrokkenheid, maar zich meteen afvraagt of zij daar zelf nog wel daar toe in staat is. Haar pleidooi wordt ondersteund door de sociologe (Suze Westervoorde) die meegesleurd is in de drukke wereld en niet weet of er nog iets anders bestaat dan rennen als een kip zonder kop van hot naar haar, zoals de dokter (Elsa Lubbers) mooi laat zien met haar geijsbeer en haar zucht naar roem of Andres die tenslotte bezwijkt onder de groepsdruk.

De jonge regisseuse Liliane Brakema heeft fantastisch werk afgeleverd om deze dertien individuen tot een collectief te smeden. De kracht daarvan komt tot uiting in een vitale performance, zoals bijvoorbeeld tijdens het gezamenlijk heffen van de gebalde vuist als een protest tegen de gang van zaken, ook al lijkt die zich alleen nog tegen het slachtoffer te keren. Wat dat betreft is er voor de mensheid als neurotische diersoort nog een lange weg op het vlak van bewustwording te gaan.

Hier meer informatie, blogs van de acteurs, foto’s en daartussendoor ook nog een trailer op de site van de Toneelschuur.

Bron: Allerhande, maar vooral literatuur

Theaterkrant: De wilde Eend

Overtuigend samenspel tussen strakke vorm en grote emotionaliteit
Door gepubliceerd 4 maart 2016

De uitvinding van de fotografie in de late negentiende eeuw boeide de Scandinavische toneelschrijvers als Henrik Ibsen en August Strindberg mateloos; de eerste liet zich door fotografie inspireren, de tweede sloeg zelf aan het fotograferen. Dit is misschien een vreemde openingszin van een toneelrecensie, maar hij klopt: regisseuse Liliane Brakema (1987) plaatst de zes personages uit Ibsens De wilde eend (1884) in een lage zwarte bak, met een ondiep water erin. Voor wie ooit in een ouderwetse donkere kamer verbleef roept deze entourage het beeld op van een ontwikkelbak. Vloeistof brengt de afbeelding op het fotopapier tot leven.

Deze ingreep is verrassend en klopt perfect met de inhoud. In De wilde eend brengt waarheidsfanaticus Greger een lang vergeten en liefst weggemoffelde onheilstijding, alsof hij een confronterende foto van vroeger laat zien: de veertienjarige dochter Hedwig van het gelukkige echtpaar Gina en Hjalmar blijkt niet van haar vader, maar is verwekt door Haakon Werle, de oude vader van zijn beste vriend. Brakema gebruikt de rigoureuze bewerking van het stuk door Simon Stone uit 2011. Deze is snel, kort, direct, hedendaags. Geeft Ibsen nog de vage suggestie dat Hedwig misschien de dochter is van Werle, in Stones versie is zij dat ontegenzeggelijk.

Brakema is, net als Maren Bjørseth, die het stuk eind vorig jaar regisseerde bij Frascati, een regisseur met een krachtige vorm, een ‘concept’. In Brakema’s versie heeft elke speler een duidelijke verkramping in de gestiek. Dit is als de veruiterlijking van de leugen waarin ze leven. De voorstelling voltrekt zich in het betrekkelijk duister; zij- en achterwanden worden verhuld door zwarte doeken. De personages zijn in die waterbak aan elkaar overgeleverd. Ze laten zich in het water vallen, voeren een choreografie uit waarin we de beeldtaal van Pina Bausch herkennen. De personages zijn als raderen in een noodlotsmechaniek, steeds meer tot elkaar veroordeeld.

Het is ongemeen knap hoe Brakema de spelers manoeuvreert in deze koud-donkere tragedie. In de openingsscène kijken de personages omhoog, pas later blijkt dit de gestileerde kijkrichting te zijn naar de zolder waar zich een plastic verwilderde tuin bevindt waar de oude Ekdal konijnen en een aangeschoten wilde eend houdt. De vogel zien we niet, dat is bijzonder. We zijn ver van elk realisme. Meer dan in andere versies plaatst Brakema het jonge meisje Hedwig in de kern van de voorstelling. Ilke Paddenburg speelt haar bewonderenswaardig en grandioos. Ze is vroegwijs en tegelijk onschuldig, ze probeert op wanhopige wijze haar ouders bij elkaar te houden. Ze danst en huppelt, is verlegen en verleidelijk tegelijk. Dan komt de verschrikkelijke waarheid: ze wordt blind, de tweede tragische onthulling van blindheid. Want meteen al aan het begin vertelt de oude Werle over zijn dreigende blindheid. De symboliek is duidelijk: blindheid is de ultieme erfzonde. En sinds Oedipus is blindheid natuurlijk ook het teken van niet willen en niet kunnen zien, en tegelijk ziende blind zijn.

Toch weet Brakema met haar spelers de Noorse kilte te doorstralen met warmte, zoals in de scène waarin Ekdal haar kleindochter leert schieten. Een indrukwekkend acterende Theo de Groot legt de jachtkunst zo plastisch uit aan het meisje, dat je als toeschouwer alleen maar kunt huiveren: hier komt dood en verdriet van. En dat gebeurt. Het slimme is dat Ekdal niet eens een geweer in handen heeft, maar de ijzeren poot van een kruk. De suggestie is er niet minder om.
Het meest hartbrekende moment van de voorstelling is als de beledigde vader (Joost Bolt) zijn dochter verstoot. Dat snijdt door de ziel. Als een enkele scène later Ilke Paddenburg met een enorme knal een grote stapel krukken laat vallen, dan heeft dat moment de kracht van een genadeslag.

Deze voorstelling is bekroond met de André Veltkamp Prijs 2015 van de Amsterdamse Theaterschool voor een afstudeerproject. Dat is volkomen terecht. Brakema is in staat in deze vormvaste regie – die in enkele scènes té vormvast is – ook een grote emotionaliteit te creëren. Dat is te danken aan haar regietalent, waarin ze helder vormbesef combineert met een gevoelige regiestijl. De beklemming die daardoor ontstaat, is groot. Ze weet alle zes spelers tot schitterend spel te bewegen, al zijn ze soms gevangen in een streng keurslijf. Het is een voorstelling die beslist grote aandacht verdient. Uit de recente voorstellingen van Ibsen, zoals John Gabriel Borkman van Karin Henkel in Brandhaarden en de drie De wilde eenden (Simon Stone in Holland Festival 2013, Bjørseth en Brakema) toont Ibsen onomwonden zijn geweldige theaterkracht, zelfs voor de jongste generatie veelbelovende regisseurs.

Bron: Theaterkrant

Het Parool: Andre Veltkampprijs

“Een intelligent geregisseerde, zintuiglijke en hedendaagse voorstelling die ontroert. (…) Lilianes kracht als regisseur zit in het voorzichtig openbaren, in het elektrisch versmelten en pulseren van alle theatrale middelen.”

André Veltkamp Prijs voor Liliane Brakema
AMSTERDAM —    Tijdens de manifestatie This is Hours van de Theater- school heeft Liliane Brakema de André Veltkamp Prijs ontvangen. Brakema, die net is afgestudeerd aan de regieopleiding, kreeg de prijs voor haar afstudeervoorsteffing De Wilde Eend. ‘Een intelligent geregisseerde, zintuiglijke en hedendaagse voor- stelling the ontroert,’ aldus de jury.

Bron: Het Parool

Speech Andre Veltkampprijs

Uitgesproken door: Charlotte Lap
Geschreven namens de jury door: Erik Lint
Uitgereikt op: 13 november 2015

Liliane Brakema, van de opleiding regie heeft een kwalitatief hoogwaardige, rijke en rijpe
voorstelling gemaakt die zonder twijfel aan een breder publiek getoond kan en zou moeten worden.
Want met de uitvergroting van de psychologische eenzaamheid en innerlijke kaalheid van haar
personages in deze Wilde Eend van Simon Stone schiet Liliane Brakema recht in het hart van de
sociale vervreemding van deze tijd. Waarin waarheid en leugen het bekende motief van Ibsen als
vileine wapens in elkaar versmelten. Hier klinkt niet de taal van het bekende, romantische
doorgeslagen idealisme van naïeve geesten die elkaar vernietigen maar die van korte, hedendaagse,
scherpe, vileine opvattingen en de voortdurende ironische bevraging daarvan. Zonder zin zonder
vooropgezet doel.
Met haar consequente vormvastheid in speelstijl heeft Liliane de jury overtuigt omdat zij ons als
toeschouwer de ruimte gunt om te ontdekken hoe die diep verborgen psychologische gelaagdheid
tot uitbarsting komt. Wat Liliane lijkt te drijven is het tonen van onze geestelijke impasse, van onze
onbeweeglijkheid in een steeds bewogener wereld. In de woorden van Steven van Watermeulen –
artistiek leider van de opleiding regie – heeft Liliane een eigenzinnige kijk op de mens en z’n
wereld. Zonder geschiedenis en zonder toekomst dus zonder beterschap. In haar regies van Gif en
de Wilde Eend worden oeroude kwesties herkauwd en mensenverhalen blijken zo oud als
krokodillen. Ze maakt het alledaagse daardoor net iets groter omdat ze het tegen het prehistorische
en futuristische licht houdt. Daardoor wordt het NU groter dan het nu. Liliane’s
Liliane’s kracht als regisseur zit ook in het voorzichtig openbaren. In dat eclektrisch versmelten en
pulseren van alle theatrale middelen. Zij hanteert een transparante, open speelstijl in een mise en
scene die natuurlijk aanvoelt en tegelijkertijd kunstmatig is. Tegelijkertijd vestigt ze niet alleen de
aandacht op de acteurslichamen die hun eigen verhaal vertellen maar ook op de scenografie die een
symbolische functie vervult. Personages zijn permanent aanwezig en tot elkaar veroordeeld in een
kaal, onderkoeld waterlandschap met eenvoudige krukjes, dat zich vanwege het motief van de
erfelijke ziekte en de natuur ook laat zien als de ontwikkelbak van een blinde fotograaf of als de
vijver van een Wilde Eend. Dankzij het subtiele gebruik van licht en geluid en het prachtig
positioneren van de personages in die ruimte versmelt dit alles tot een zintuigelijk landschap van de
leegte, van de doka waarin de afdruk van het negatief zich langzaam vertoont. Memorabel is het
moment waarop de oude Werle de jonge Hedwig haar verjaardagscadeau aanreikt. Een lege hand
ontmoet de lege hand. Lange stilte bij bij publiek zowel als spelers. Het niets als Gif(t). De Wilde
Eend is volgens de jury een intelligent geregisseerde, zintuigelijke en hedendaagse voorstelling
geworden die ontroert. Het is zichtbaar het resultaat van een artistieke zoektocht die erkenning en
ondersteuning verdient en die naar onze opvatting zowel de gewone als de professionele
toeschouwer doet uitkijken naar wat nog gaat komen.
Liliane gefeliciteerd. We bewonderen je prestatie. We wensen je veel succes met de herneming van
de Wilde Eend voor de Toneelschuur het Compagnietheater. Het ga je goed.

De Groene Amsterdammer: Vechten tegen kramp

door: Loek Zonneveld

De speelvloer is een rechthoekige, ondiepe bak met plassen water en gestapelde krukjes. De zes figuren van het stuk zijn in character als wij binnenkomen. Althans: ze zijn in een pose. Of noem het een kramp. Een kramp waarin ze iets verbergen. Over liegen en met leugens leven gaat dit stuk, De wilde eend, vrij naar de gelijknamige tekst van Henrik Ibsen uit 1884, in staccato-zinnetjes herschreven door het Australische wonderkind Simon Stone en zijn collega Chris Ryan.
Hun Belvoir-groep uit Sydney speelde de bewerking in 2013 op het Holland Festival. Ik werd toen getroffen door de blufpokerloze grondigheid waarmee de stof was verlost van ruis en ballast. Stone heeft ondertussen in Amsterdam Medea gemoderniseerd. In Wenen had vorige week het eveneens aan Ibsen ontleende bankiersdrama John Gabriel Borkman in zijn regie première. Stone’s bewerkingen beginnen nu ook tot het repertoire te horen: afgelopen week studeerde regisseur Liliane Brakema af met De wilde eend. Het stuk handelt over vijf volwassenen die een geheim verbergen voor een meisje van veertien, Hedvig, die een erfelijke ziekte onder de leden draagt. Een van de vijf, de fanatieke Gregers Werle, onthult op ruim driekwart van het stuk iets over Hedvigs raadselachtige afkomst, en voegt daar dit zinnetje aan toe: ‘Ik vind dat mensen recht hebben op de waarheid.’ Waarop het meisje snedig en nuchter antwoordt: ‘Is dat een soort algemene regel voor jou?’ Ja dus.
De regie van Brakema vermijdt iedere illustratie van de geestelijke benauwenis waar de vijf volwassenen door hun levensleugens in zijn geschoten. In feite doet de speelstijl precies het omgekeerde. Ze stileert het liegen tot een kramp, waarvan de dragers zich de oorzaak niet meer kunnen herinneren. Ze lijken te zijn overvallen door een arrangement van tics en spierafwijkingen, die ze ook weer van zich af willen schudden. Waardoor een nieuw arsenaal van krampen ontstaat.
Prachtig dansant, bijna teder en verleidelijk werkt dat bij Cas Enklaar als Haakon Werle, de vader van de waarheidsfanaticus Gregers (Kevin Schoonderbeek). Die op zijn beurt een merkwaardig soort hoekige tics vertoont, alsof hij een gilles de la tourette-patiënt is. Terwijl Hedvigs veronderstelde vader Hjalmar Ekdal (Joost Bolt) weer een bewegingspatroon heeft gevonden, alsof hij fanatiek kwaaie geesten van zich af schudt. Of ze, springend in de plassen water, juist opzoekt, in wil drinken. De fysieke acteerstijl staat vaak haaks op de aard en de inhoud van de personages. Wat de raadsels in het spelen plezierig vergroot. In het jargon van critici heet zoiets dan al snel een ‘zwalkende regie’. Ik vind dat vechten tegen kramp – met alle inconsequenties die daar nu eenmaal bij horen – een sterke zet.
In het centrum van dit woelen om verandering en het zoeken naar bescherming staat Hedvig, een ontwapenend, eenvoudig, helder en recht-door-zee getoonde creatie van Ilke Paddenburg. Ze speelt in een socratisch spervuur van waarom-vragen. Wat moet je anders als de prinses in leugenland? Ze sterft heel onsentimenteel door ons de rug toe te keren en te zwijgen. Daarna monteert het duo Stone Ryan een epiloog aan het stuk, die doortrokken is van een kalme en waarschijnlijk vergeefse hoop op betere tijden. Een beetje zoals Hedvig was. Mooi!
Nu niet meer te zien, wellicht later wel weer

Bron: De Groene Amsterdammer